Uw buurman maakt te veel lawaai?
U wordt op een andere manier gestoord in uw rust en genot van uw woning?
Of uw buurman heeft schade veroorzaakt aan uw woning?
Telkens is er sprake van zogenaamde burenhinder.
Hierna volgt een beknopt overzicht van relevante wetsartikelen, waarop u zich kunt beroepen om de burenhinder te laten stoppen en om desgevallend de schade te laten vergoeden.
Ter zake dient vooreerst verwezen naar onder meer de volgende bepalingen uit het oud Burgerlijk Wetboek:
Art. 544:
“Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.”
Art. 1382:
“Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.”
Thans dient ook verwezen naar de volgende bepaling uit het Nieuw Burgerlijk Wetboek:
Art. 3.101 Bovenmatige burenhinder
Ҥ 1
Naburige eigenaars hebben elk een recht op het gebruik en genot van hun onroerend goed. Bij de uitoefening van hun gebruik en genot eerbiedigen ze het geschapen evenwicht door geen hinder op te leggen aan de nabuur die de normale ongemakken uit de nabuurschap overtreft en hem toerekenbaar is.
Om de bovenmatigheid van de hinder te beoordelen, is rekening te houden met alle omstandigheden van het geval, zoals het tijdstip, de frequentie en de intensiteit van de hinder, de eerstingebruikneming of de publieke bestemming van het onroerend goed van waaruit de hinder wordt veroorzaakt.
§ 2
Degene die het vermelde evenwicht schendt, is gehouden dit te herstellen. De rechter oordeelt welke van volgende maatregelen passend zijn om het evenwicht te herstellen:
1°
een vergoeding in geld die de bovenmatige hinder compenseert;
2°
de vergoeding van de kosten verbonden aan compenserende maatregelen op het gehinderde onroerend goed om de hinder tot het normale niveau te verminderen;
3°
voor zover dit op zich geen nieuw onevenwicht doet ontstaan en een normaal gebruik en genot van het onroerend goed hierdoor niet wordt uitgesloten, het bevel de handeling die het evenwicht verstoort te staken of op het hinderende onroerend goed maatregelen te nemen die de hinder verminderen tot het normale niveau.
§ 3
Indien één of beide naburige onroerende goederen bezwaard zijn met een recht ten voordele van een derde die een attribuut van het eigendomsrecht heeft, zijn de paragrafen 1 en 2 van toepassing op die derde voor zover deze hinder is veroorzaakt door de uitoefening van het attribuut dat hem kan worden toegerekend.
Indien de hinder voortvloeit uit werkzaamheden die door de betrokken eigenaar of de titularis van dit attribuut expliciet of stilzwijgend zijn toegelaten, wordt deze geacht hem toerekenbaar te zijn.
§ 4
De vordering voor bovenmatige burenhinder verjaart overeenkomstig artikel 2262bis, § 1, tweede en derde lid, van het oude Burgerlijk Wetboek.”
Contacteer ons vrijblijvend voor meer informatie en / of bijstand.
Andreas Verbraeken,
Advocaat – Attorney at law
Belgiëlei 173-8
2018 Antwerpen BELGIE T: +32/(0)3/369.88.43
F: +32/(0)3/369.37.12
Skype: andreas.verbraeken
E-mail: andreas.verbraeken@avvocato.be
Comments