Het kan iedereen overkomen: men heeft na enige tijd onderhandelen over 99 % van de aspecten een overeenkomst bereikt (vb. voorwerp, prijs, leverings, etc.) en plots verlaat de tegenpartij de onderhandelingstafel. En men geeft geen enkele (of een bijzonder ongeloofwaardige) reden als excuus.
Mogelijk heeft men eenvoudigweg voor een andere partij gekozen uit opportuniteitsredenen. Vb. omdat die partij gewoonweg meer betaalt.
Belangrijk is te weten dat u in bepaalde gevallen een schadevergoeding kunt eisen. Men heeft u immers aan het lijntje gehouden en men had bij u zo mogelijk de verwachting gecreëerd dat er effectief een overeenkomst zou worden ondertekend, waarbij u reeds rekende op de gevolgen daarvan
Wanneer partijen de onderhandelingen op een onrechtmatige wijze afbreken, begaan zij een zogenaamde culpa in non contrahendo (vertaling: fout bij het niet-contracteren). Deze fout verhindert de totstandkoming van de overeenkomst waartoe partijen in onderhandeling zijn.
Hierbij dient rekening te worden gehouden met de begeleidende omstandigheden die gepaard gaan met het afbreken van de onderhandelingen. (A. DE BOECK , “De precontractuele aansprakelijkheid anno 2010” in Themis Verbintenissenrecht 2009-2010, Brugge, die Keure, 2010, (1), p. 3, nr. 6.)
De juridische grondslag voor het beteugelen van foutief afbreken van onderhandelingen bij afwezigheid van contractuele afspraken is vooreerst de algemene zorgvuldigheidsplicht (art. 1382-1383 oud B.W.), het rechtsmisbruik en de vertrouwensleer.
De omstandigheden waaronder de onderhandelingen tussen partijen worden verbroken, kunnen aldus de buitencontractuele aansprakelijkheid met zich meebrengen van degene die het initiatief heeft genomen om op brutale wijze en zonder geldig motief onderhandelingen te verbreken die op het punt stonden om te slagen, en terwijl het slachtoffer redelijkerwijze kon verwachten dat het contract zou worden gesloten, na veel tijd aan de onderhandeling te hebben besteed en hierbij bepaalde kosten te hebben gemaakt. (Brussel 6 februari 2007, Bank Fin.R. 2008, 178.)
De onderhandelaar die heel onverwachts en eenzijdig een einde stelt aan het overleg met zijn wederpartij, begaat zodoende een fout. (Kh. Luik 20 december 1984, Jur.Liège 1985, 150.)
Een belangrijk criterium bij het determineren van de onrechtmatigheid van het afbreken van onderhandelingen is de eventuele onrechtvaardige afbreuk aan het bij de wederpartij gewekte vertrouwen. (Kh. Kortrijk 12 december 2007, TBH 2009, 911.)
Tevens zijn de gemaakte kosten in hoofde van het slachtoffer een belangrijk criterium. (Rb. Dendermonde 5 maart 2004, RGDC 2006, 550-554; ) In de rechtspraak houdt men ook rekening met het niveau van verrichte inspanningen die het slachtoffer maakte tijdens de onderhandelingsperiode. Deze inspanningen kunnen de balans tussen beide partijen verstoren indien de manier waarop men de besprekingen afbrak hiermee niet in verhouding staat. (Antwerpen 19 maart 2001, TBH 2002, 120-121; Kh. Brussel 30 juni 1983, TBH 1984, 458.)
Om te determineren of het afbreken van de onderhandelingen in dat geval een onrechtmatig karakter vertoont, wordt, in navolging van het Nederlandse model sinds het arrest van de Hoge Raad in de zaak Plas v. Valburg, tevens gekeken naar het precieze ogenblik waarop de onderhandelingen worden afgebroken. (A. D E BOECK , “De precontractuele aansprakelijkheid anno 2010” in Themis Verbintenissenrecht 2009-2010, Brugge, die Keure, 2010, (1), p. 7-9, nrs. 12-13; J. H ERBOTS , “De goede trouw in de precontractuele rechtsverhoudingen. De problematiek van de afgebroken onderhandelingen” in Contract in wording, Brussel, Belgische vereniging van bedrijfsjuristen, 1987, p. 62-67, nrs. 29-31.)
Wanneer een formeel en bindend aanbod werd gedaan, met daarin een ondubbelzinnige beschrijving van het voorwerp de overeenkomst, een voorstel van prijs en een overzicht van te geven of te vragen waarborgen, of wanneer de partijen een min of meer sluitende heads of agreement, vrije vertaling: een principeovereenkomst, hebben aangegaan, en enkel nog bijkomende aspecten dienen te worden geregeld, bevinden de partijen zich in het eindstadium van de onderhandelingen. (M. Bollen, “Precontractuele aansprakelijkheid voor het afspringen van onderhandelingen, in het bijzonder m.b.t. een acquisitieovereenkomst”, TBBR 2003, nr. 48.)
Een voorbeeld kan zijn wanneer enkel nog een afspraak te worden ingepland om de handtekeningen te plaatsen op de overeenkomst.
In deze fase staat het de partijen absoluut niet meer vrij om de onderhandelingen eenzijdig te verbreken. (Luik 19 januari 1965, R.G.A.R. 1965, 7423; Luik 28 februari 1997, J.T. 1997, 392; J.L.M.B. 1998, 180; Kh. Kortrijk 11 april 1963, R.G.A.R. 1965, 7364, noot J. S CORIELS ; Kh. Brussel 30 juni 1983, T.B.H. 1984, 451; Kh. Luik 20 december 1984, Jur. Liège 1985, 149; Vred. Brussel (8ste kanton) 9 mei 1989, T. Vred. 1989, 278; Vred. Asse 10 december 1991, T. Vred. 1992, 169.)
Indien dit toch zou gebeuren is de partij die verantwoordelijk gesteld kan worden voor de beëindiging of het mislukken van de onderhandelingen, steeds schadevergoeding verplicht aan haar wederpartij, omwille van het feit dat het (doen) beëindigen van de onderhandelingen in een dergelijk vergevorderd stadium steeds als onrechtmatig dient te worden beschouwd. (M. Bollen, “Precontractuele aansprakelijkheid voor het afspringen van onderhandelingen, in het bijzonder m.b.t. een acquisitieovereenkomst”, TBBR 2003, nr. 49.)
Contacteer ons vrijblijvend voor meer informatie en / of bijstand.
Andreas Verbraeken,
Advocaat – Attorney at law
Belgiëlei 173-8
2018 Antwerpen BELGIE
T: +32/(0)3/369.88.43
F: +32/(0)3/369.37.12
E-mail: andreas.verbraeken@avvocato.be
Comments